#DeKatwijkseTopper: Rob van der Burg

Ondernemers en vrijwilligers zijn de motor van onze samenleving. In #DeKatwijkseTopper spreken we met deze Katwijkers, Rijnsburgers en Valkenburgers. Wie zijn zij? Wat drijft hen? En wat maakt onze gemeente mooi en uniek? Met vandaag Rob van der Burg (55): geboren, getogen en nog altijd woonachtig in Rijnsburg, en in het dagelijks leven eigenaar van een hoveniersbedrijf.

Van der Burg Hoveniers is een familiebedrijf dat al ruim honderd jaar bestaat. Toch was het lang niet zo vanzelfsprekend dat Rob het bedrijf zou gaan leiden. “Ik ben begonnen bij een groot exportbedrijf, waarvoor ik regelmatig door heel Europa reisde. Maar op een gegeven moment ga je nadenken: wil ik dit de rest van mijn leven doen? Na elf jaar besloot ik, in overleg met mijn vrouw, dat ik het bedrijf van mijn ouders wilde overnemen en voortzetten. En zo geschiedde. Wel hebben we toen besloten om te stoppen als gemengde onderneming: de orchideeënkwekerij stootten we af en we gingen door met het hoveniersbedrijf.”

“Dit speelde zich af in 1999. Het was wel even een stap, van een bedrijf met tweehonderd collega’s naar een relatief klein familiebedrijf met destijds drie medewerkers. Dat grootse miste ik wel. Tegelijkertijd sprak het zelf ondernemen mij erg aan. Bij de grote firma’s waar ik voorheen kwam was ik toch meer een nummer, terwijl er hier directer contact is met particuliere klanten. Dat vind ik erg leuk aan mijn werk.”

“Mijn gemiddelde werkdag duurt zo’n tien uur. En dat vijfenhalve dag in de week: van maandag t/m vrijdag en op zaterdag een halve dag. Wat ik dan doe? Dat is heel divers. Ik ga langs bij klanten met offertes en plannen, heb afspraken met leveranciers, werk administratieve zaken uit, los kleine storingen op en ga mee op pad met mijn medewerkers. Het geeft een kick om goed werk af te leveren en tuinen mooi te maken en te onderhouden. Een tuin in aanleg die zich ontwikkelt vind ik een prachtig gezicht, dat is echt genieten!”

Ondanks zijn drukke baan heeft Rob ook nog tijd zich als vrijwilliger in te zetten. “Ik zet me al zo’n zestien jaar in voor Werkgroep De Ruyter, waar ik hoofdverantwoordelijk ben voor het transport. Jaarlijks gaan zo’n 25 vrachtwagens vol hulpgoederen naar landen als Oekraïne, Roemenië en Kosovo. Het is een hele klus om hiervoor al het papierwerk te regelen. In totaal heeft de werkgroep zo’n 120 vrijwilligers: allemaal mensen die op hun manier hun steentje bijdragen aan dit goede doel. Het is heel dankbaar werk om me hier voor in te kunnen zetten.”

“Dankzij sponsoring van lokale bedrijven en donaties kunnen we jaarlijks de ritten maken. Daar gaan best wat kosten in zitten, dus het is fijn om daarin gesteund te worden. Bovendien krijgen we ook altijd genoeg spullen om die kant op te kunnen brengen. Sinds ik bij de werkgroep actief ben, merk ik in wat voor weggooimaatschappij we eigenlijk leven: kwalitatief nog goede materialen die worden afgedankt door bijvoorbeeld scholen en ziekenhuizen… ja, dat doet me soms wel achter de oren krabben hoe goed we het hier eigenlijk hebben.”

En alsof Rob het hiermee nog niet druk genoeg heeft: onlangs werd zijn zoon Berend (17) wereldkampioen karten. “Al jarenlang ben ik fan van de Formule 1. Berend keek als jonge jongen al mee, en wilde dat ook. De meeste F1-rijders zijn begonnen op de kartbaan. En zo gingen we jarenlang op zondagochtend naar karttrainingen van KWM Racing Kartschool (indoor) op de kartbaan van Van der Ende Racing Inn in Poeldijk. Later kwamen daar ook internationale wedstrijden in de Benelux en verder in Europa bij. Meestal probeer ik mee te gaan, al heeft hij ook een eigen trainer en monteur. Afgelopen jaar won Berend in Ierland het wereldkampioenschap karten. Het is de vraag hoe het nu verder gaat: om de stap richting Formule 1 te maken zijn bepaalde kennissen nodig. En heel veel geld.”

Zoals aan het eind van elk gesprek in #DeKatwijkseTopper, komt ook de lokale politiek nog aan de orde. “Het wordt tijd dat men een keer nuchter gaat nadenken in de politiek. Ik heb een hekel aan vliegen afvangen, en zeveren om niks. Er wordt te weinig verantwoordelijkheid genomen, maar wel veel geprobeerd om het eigen gelijk te halen. De gemeente zou bovendien meer open moeten staan voor particuliere initiatieven. Zo wilde ik jaren geleden samen met Tuincentrum De Mooij een rotonde sponsoren. Puntje bij paaltje kwamen er opeens tal van vragen en werden wij min of meer afgeserveerd. Mijn vader heeft jarenlang in de gemeenteraad gezeten, maar zeker na dit gebeuren dacht ik: mij niet bellen! Ik heb genoeg andere leuke dingen te doen die mij veel meer voldoening geven, dat hakken en zagen is niks voor mij.”