Op 13 mei vroegen 21 winkeliers aan het college om tijdelijk zondagsopenstelling toe te staan in onze gemeente. Dit verzoek hebben zij ingediend om het winkelend publiek over een extra dag te kunnen spreiden, vanwege de veiligheid voor hen en het personeel.
In reactie hierop wilt het college geen medewerking verlenen aan dit verzoek. Het college stelt hierin dat er ten aanzien van de veiligheid geen signalen zijn en er geen acute problemen zijn om dit verzoek te honoreren. Ook beweren zij dat bouwmarkten en supermarkten het momenteel juist goed doen. Volgens bureau Dietz, die de ondernemers ondersteunt, betreft dit echter 9 van de 21 ondertekenaars en worden er door de coronamaatregelen extra kosten gemaakt. Sommige ondertekenaars zijn principieel geen voorstander van zondagsopenstelling, maar zien zich genoodzaakt door de RIVM-richtlijnen hierom te vragen.
Afgelopen donderdag diende de VVD daarom samen met een aantal andere partijen een motie in met het verzoek aan het college om samen met de winkeliers in gesprek te gaan om samen op zoek te gaan naar een vorm van tijdelijke openstelling op zondag, zoals ook gebeurd is met Goede Vrijdag. De motie is met 16 tegen 17 stemmen verworpen door de raad. “Wethouder Knape gaf tijdens de commissie over de economische gevolgen van de coronacrisis aan dat hij meer ruimte wil bieden aan ondernemers als ze daarnaar vragen en kijken naar wat kan. Dit geldt voor het college en een krappe meerderheid van de raad voor winkeliers blijkbaar maar zes dagen per week,” aldus VVD-raadslid Bastiaan Zuyderduyn.