Al meer dan tien jaar laat de gemeente Katwijk het aantal broedende meeuwen tellen. Uit de cijfers blijkt dat het aantal kleine mantelmeeuw- en zilvermeeuwbroedparen, de twee meest voorkomende meeuwensoorten, de afgelopen tien jaar bijna is verdubbeld. Dit zorgt voor toenemende overlast in onze gemeente: in Katwijk aan Zee, maar ook steeds vaker in andere delen van de gemeente.
Het college besloot onlangs om vanaf dit jaar te stoppen met tellen. Het doel van de tellingen was om een ontheffing te krijgen voor het bestrijden van de meeuwenoverlast. Maar omdat deze ontheffing maar niet wordt verkregen, vindt het college tellen niet langer nodig.
Op zich een begrijpelijk standpunt, ware het niet dat vlak na het collegebesluit de regels in de provincie werden versoepeld. Hierdoor lijkt er nu meer kans te zijn om een ontheffing te krijgen. Daarvoor zijn echter wel actuele cijfers nodig. De VVD kwam daarom vorige week met een voorstel om tóch door te gaan met het tellen van het aantal broedende meeuwen. Het zou erg zonde zijn om nu te stoppen met tellen, terwijl er eindelijk reëel zicht is op het verkrijgen van een ontheffing.
Het college deed naar aanleiding van ons voorstel de toezegging alsnog met de provincie in gesprek te gaan over die ontheffing, en indien nodig voor te stellen de telling toch voort te zetten. Hierover zouden we ‘ruim voor de zomer’ meer moeten horen.