Ondernemers en vrijwilligers zijn de motor van onze samenleving. In #DeKatwijkseTopper spreken we met deze Katwijkers, Rijnsburgers en Valkenburgers. Wie zijn zij? Wat drijft hen? En wat maakt onze gemeente mooi en uniek? Met vandaag een duo: Sandra Grimbergen (49) en Jacqueline de Heer (51), eigenaren van De Kledingkade.
Acht jaar geleden begon voor Sandra en Jacqueline hun ondernemersavontuur in Katwijk aan Zee. Beiden bewandelden hun eigen pad voor ze hiertoe kwamen. Jacqueline: “Ik ben opgegroeid in Katwijk. Na de middelbare school volgde ik de mbo-opleiding mode en kleding, en later nog tekenen en textiel. Laatstgenoemde heb ik niet afgemaakt, waarna ik kwam te werken bij de toenmalige kledingzaak Amici in Leiden. Omdat mijn man Hans uit Breukelen kwam, verhuisde ik daar op mijn 22e naartoe. Maar Katwijk bleef trekken, en na zo’n tien jaar kwamen we samen terug.”
Sandra: “Ook ik ben geboren en getogen in Katwijk. In mijn jongere jaren werkte ik in de ziekenverzorging en thuiszorg. Toen mijn zoon werd geboren, ben ik tijdelijk gestopt met werken. Na even in de gehandicaptenzorg bij ’s Heeren Loo te hebben gewerkt, kwam ik terecht in de kleding. Dat begon met thuisparty’s, waarbij Jacqueline mij ook hielp. We nodigden dan vrienden en bekenden uit, waarna er bij mij thuis tweedehands kleding werd verkocht. Dat heb ik een aantal keer gedaan en liep, mede door de mond-tot-mondreclame, erg goed.”
“Het was echt een hobby. Tot ik hier aan de Prins Hendrikkade een pand zag staan dat beschikbaar was voor verhuur. Toevallig was de makelaar aanwezig, waar ik mee aan de praat raakte. Hij maakte me enthousiast, dus ik belde Jacqueline. Maar nee, die zocht een ‘serieuze baan’, haha! We hadden het er natuurlijk al wel eens over gehad om een winkeltje te beginnen, en alleen wilde ik het niet gaan doen.” Jacqueline: “In eerste instantie was ik nog niet zo enthousiast. Maar na er een aantal nachtjes over te hebben geslapen, belde ik Sandra op en zei ik: we doen het! We konden het in eerste instantie voor negen maanden huren. Inmiddels zijn we bijna negen jaar verder en zitten we hier nog met veel plezier.”
In de Kledingkade wordt tweedehands kleding verkocht, waarbij de mensen die de kleding aanbieden ook een deel van de opbrengsten krijgen. Jacqueline: “De verkoper krijgt veertig procent van de verkoopprijs. We verkopen hier inmiddels best een ruim assortiment, met tassen, schoenen en kleding voor kinderen en dames. Gelukkig hebben we het ook in coronatijd goed gedaan. In die tijd werkten we met verkoop via Instagram en Facebook, omdat de winkel vaak gesloten was. Het is fijn dat dat aansloeg.” Sandra: “Je merkt dat tweedehands kleding ook steeds hipper wordt, onder meer door de toenemende aandacht voor het milieu en recycling.”
Naast hun drukke baan zijn beiden ook actief in het verenigingsleven. Sandra: “Ik ben actief voor de wijkraad in Katwijk aan Zee. Vanuit die rol heb ik me onder meer ingezet voor een voetbalkooi en vernieuwing van het speelplein bij het wijkgebouw ’t Zandgat. Daarnaast zet ik mij er al jarenlang voor in om aandacht te genereren voor de Katwijkse Ziekte. Zo ben ik nu jaarlijks nog betrokken bij de Kattukse Brainweek.” Jacqueline: “Af en toe help ik Sandra met een project. En in mijn kerk ben ik begeleider bij de zondagsschool. Voor de rest heb ik het druk genoeg met mijn gezin, ouders en schoonouders. Dat kost een hoop tijd.”
Vooral Sandra volgt actief de lokale politiek. “Die ambities heb ik altijd al wel een beetje gehad. Zo sprak ik een aantal jaar geleden al een keer in in de gemeenteraad. In de wijkraad kan ik mijn politieke ei wel aardig kwijt. Maar ik kijk ook verder. Zo vind ik de parkeerkosten in onze gemeente veel te hoog. Ook is er te veel straatvuil en kan de afvalscheiding beter.” Jacqueline: “Sandra is inderdaad behoorlijk betrokken bij de lokale politiek en gemeenschap. Misschien maakt ze ook ooit wel de stap naar de gemeenteraad! We hebben het hier beiden in ieder geval goed naar ons zin in de gemeente, met onze families en de zee en het strand om de hoek. Voorlopig gaan we dus ook zeker door met onze winkel.”