Niet extra betalen voor restafval

Het Katwijkse college staat voor een grote uitdaging. De gemeente Katwijk streeft naar een maximum van 25 kilogram restafval in 2025 per inwoner per jaar en uiteindelijk geen restafval meer in 2050, conform afspraken met het Rijk. Nu produceert de gemiddelde inwoner van Katwijk nog zo’n 200 kilogram restafval per jaar. VVD-raadslid Annette Brul neemt ons mee in het proces.

“Op dit moment wordt er nagedacht hoe Katwijk aan de doelstellingen moet gaan voldoen. Landelijk verschilt de manier van inzameling nogal: je kunt bij 'de bron' (inwoners) afval scheiden, maar nascheiden is ook een methode. Voor- en tegenargumenten voor beide methoden zijn er in overvloede. Het college kiest er nu voor om bij de bron te scheiden en nadrukkelijk niet voor nascheiding. Daarbij wordt ook gekozen voor behoud van een eigen systeem per kern van de gemeente. Inwoners worden daarbij gestimuleerd om zo veel mogelijk zelf te scheiden. Er wordt nog onderzocht of het rendabel is om meer grondstoffen aan huis op te halen. Het college wil tot slot inwoners laten betalen voor restafval, om hen te prikkelen tot betere afvalscheiding.

De VVD Katwijk vindt een eigen systeem per kern positief, maar vraagt zich wel af waarom er niet voor nascheiding wordt gekozen en wat de kosten hiervan zijn. Ook zijn we kritisch over het betalen voor restafval. Dit klopt gevoelsmatig niet. Je vraagt inwoners om hun afval te scheiden en beloont hen vervolgens negatief door te laten betalen. En zorgt dit bijvoorbeeld niet voor hoge kosten voor gezinnen? We denken dat deze 'prikkel' van het college een averechts effect heeft, want waarom zouden mensen moeite doen om vervolgens extra te moeten betalen? Dit zou bovendien kunnen leiden tot het dumpen van afval.

Wij zijn dan ook voorstander van een systeem waarbij inwoners beloond in plaats van gestraft worden wanneer afval gescheiden wordt aangeleverd. Binnenkort komt het college met een reactie op de vragen en zullen we horen hoe zij een en ander in de praktijk uit willen gaan voeren.”