De Katwijkse Ondernemer (3) - José van Egmond


De gemeente Katwijk telt vele duizenden ondernemers die zich elke dag hard inzetten voor hun zaak, van eenmanszaken tot grote ondernemingen met tientallen medewerkers in dienst. Voor de serie “De Katwijkse ondernemer” spreken we de komende tijd met een aantal ondernemers die actief zijn in Katwijk, Rijnsburg of Valkenburg. Wat vinden zij mooi aan de gemeente? Waarom zijn ze hier gevestigd? En wat kan er nog beter?


Voor de derde editie van de serie spreken we met de 41-jarige José van Egmond, een van de eigenaren van het Rijnsburgse familiebedrijf Van Egmond Lisianthus. Het bedrijf kent een lange geschiedenis: de opa van José was al actief als bollenkweker. Ook haar ouders waren actief in de sector. Zij zijn nog zijdelings betrokken; de dagelijkse leiding is in handen van José, haar broertje Albrecht en zusje Jacqueline. Tot een jaar geleden is José altijd woonachtig geweest in Rijnsburg. Tegenwoordig woont ze met haar partner in het Westland, waar ook een deel van het familiebedrijf is gevestigd. Maar, elke dag komt ze ook in Rijnsburg naar de zaak, meestal ’s middags. “Bij Van Egmond Lisianthus ben ik verantwoordelijk voor de teelt. Van het begin, wanneer het plantje hier wordt gezaaid, tot het wordt afgeleverd bij de klanten. Daar vallen onder meer de bemesting en het regelen van het juiste klimaat onder. Ik doe niet alles zelf, maar ben eindverantwoordelijk. In totaal hebben we zo’n vijftig mensen in dienst, waarvan het grootste deel zich bezighoudt met de productie."

Als het aan José ligt, was het hele bedrijf in Rijnsburg gevestigd en niet ook deels in het Westland. “We hebben altijd aan de Trappenberglaan in Rijnsburg onze kwekerij gehad. In 2012 hebben we dit terrein verkocht aan de gemeente, omdat de grond nodig was voor industrie. Toen zijn we hier aan de Hoogeweg terechtgekomen. Helaas is het toen nog niet zo ver gekomen dat we een goede uitbreiding konden doen. Alles lag vast en de gemeente was niet erg soepel. Wanneer we nu iets willen gaat dat beter. De crisis speelde destijds ook een rol, voor de gemeente was er minder mogelijk.”

Van Egmond Lisianthus heeft zelf weinig last gehad van de crisisjaren. “Wij waren juist groeiend in die tijd. Na onze verhuizing zijn we ook samen gegaan met een bedrijf in het Westland om daarmee nog sterker te worden. De lisianthus was een groeiend product. Kwekers die erin teelden betaalden ons voor de ontwikkeling. De interesse voor de lisianthus wordt nog steeds groter en er zijn steeds meer ondernemers mee actief. Wij proberen ons in deze groeiende markt te onderscheiden met onze ervaring. Zo staan we in de hele wereld goed bekend, maar het is wel wat om dat ook zo te houden. Je moet het continu waarmaken. De anderen die het willen proberen met dit product hebben geen enkele ervaring. Wij gaan dan ook vooral uit van onze eigen kracht.”

Dag en nacht wordt er doorgewerkt om de planten zo goed mogelijk te laten groeien. “Als familie zijn wij zeven dagen per week op de kwekerij aanwezig. De productie met machines loopt zes dagen per week door. Dat doen we voor de rust van ons personeel. Je hebt te maken met mensen, het zijn geen robots. Wanneer we de productie elke dag van de week door zouden laten gaan, hebben we meer nieuwe mensen nodig en krijg je een grotere kans op fouten. Met de huidige groep werknemers is het op deze manier prima vol te houden.” Het vinden van voldoende en geschikt personeel blijft voor het bedrijf een uitdaging. “Het is tot nu toe wel gelukt om goed personeel aan te nemen. Maar het blijft een beetje een gok. Voor dit werk is niemand kant en klaar te vinden. Personeel moet eerst een tijdje meelopen en goed begeleid worden. Als je ziet dat het wordt opgepakt, dan is er vanzelf doorgroei mogelijk. Nu we blijven groeien is het wel een uitdaging om voldoende geschikt personeel te vinden.”

Hoewel ze er sinds kort niet meer woont, weet José wel wat er beter kan in Rijnsburg. “Ik denk dat er van de Hoftuin in Rijnsburg veel meer gemaakt kan worden. Het kan gezelliger. Bijvoorbeeld met meer terrasjes, wat meer leven erin. Bij het oude gemeentehuis (De Burgt) kun je nu ook wat drinken, dat is wel grappig. Maar wat mij betreft mag dat nog meer zijn. Hoe het nu bijvoorbeeld op de Boulevard in Katwijk is geworden, dat vind ik echt heel mooi. Vroeger heb ik daar nog wel eens gewoond en was het best een beetje saai. Nu is er meer leven in gekomen, bijvoorbeeld met de strandtenten die er jaarrond staan.”

Vanuit ondernemersperspectief bezien zijn er ook wel wat zaken die verbeterd kunnen worden in de gemeente volgens José. “Waar wij gevestigd zijn zouden de wegen wel wat breder mogen worden om goede industrie mogelijk te maken. Bovendien zitten hier vlakbij enkele kwekers gevestigd die geen opvolgers hebben. Wij zijn destijds in samenspraak met de gemeente vertrokken van de Trappenberglaan. Het zou mooi zijn wanneer de gemeente ook met deze kwekers in gesprek gaat over een mogelijke verplaatsing en het bestaande tuinbouwgebied wordt geherstructureerd.” Niet alleen de wegen rond het eigen terrein, maar ook verderop in Rijnsburg mogen wat José betreft worden aangepakt. “Onze vrachtwagens mogen sinds enige tijd absoluut niet meer door de Brouwerstraat rijden. Dat hebben wij opgelegd om het dorp te ontzien. Voor de verbouwing reden we hier nog wel doorheen, maar we vonden het niet meer verantwoord. En er is een alternatief over de N206. Onze chauffeurs weten het inmiddels al, maar vooral onbekenden die hierheen komen zijn vaak niet op de hoogte en nemen de Brouwerstraat. De gemeente moet deze straat niet alleen afsluiten voor het vrachtverkeer, maar tegelijkertijd een goed alternatief bieden en dit goed aangeven. Dat gebeurt op dit moment niet.”