Goede onderbouwing voorstellen nodig

Vlak voor Kerst sprak de gemeenteraad over de Doe Mee!-regeling. Met dit initiatief worden inwoners met een laag inkomen ondersteund door middel van een tegemoetkoming. De gedachte hierachter, waarbij wordt uitgegaan van vertrouwen, kan de VVD zeker steunen. Maar je kunt het inhoudelijk wel eens zijn met een voorstel: of iets dan ook goed is uitgewerkt, is een tweede, zeer belangrijke vraag.

Een van de voornaamste rollen van een raadslid is controleren of voorstellen goed onderbouwd en uitvoerbaar zijn. Onze fractievoorzitter Lennart van der Plas twijfelt daar bij de Doe Mee!-regeling sterk aan. De vooraf gehouden pilot trok bijvoorbeeld veel minder deelnemers dan gehoopt (33 in plaats van 75), de pilot startte te laat, de werkwijze werd niet goed begrepen, voor de evaluatie is met een niet-representatief aantal deelnemers gesproken en ook de evaluatie is te laat aangeboden.

Als enige partij stelde de VVD hier vooraf een reeks vragen over. Helaas zien we vaak dat er niet of nauwelijks naar kritiek op voorstellen wordt geluisterd wanneer er inhoudelijk steun voor is. Juist dan moeten we er echter ook voor zorgen dat er een goede onderbouwing van voorstellen is.

Alle voorgenoemde aspecten maken dat de VVD het discutabel vindt om de pilot nu door te trekken naar een verordening waaraan duizenden huishoudens kunnen deelnemen en waarmee honderdduizenden euro’s gemeenschapsgeld gemoeid zijn. Waarom kan de pilot niet nog worden verlengd voor er (alweer) een nieuwe regeling wordt opgetuigd?

We weten dat het nu vaak al moeite kost om de juiste doelgroep te bereiken. Wat de VVD betreft moet daar veel meer energie in worden gestoken, anders blijft het ‘vechten tegen de bierkaai’. In november kwam de VVD mede daarom al met een voorstel om te komen tot een duurzame aanpak van het armoedebeleid, omdat we zien dat allerlei generieke regelingen en toeslagen niet per se leiden tot oplossingen op de lange termijn.

In het debat over de Doe Mee!-regeling kreeg de VVD door een wispelturig optreden van de voorzitter nauwelijks een reactie op de kritiek. De verordening zelf komt nog terug in de gemeenteraad en zal dan wederom onze aandacht hebben. Als controleur van het college is dat immers onze taak.